Om de belangrijkste zaken te bespreken over de draaibank, is het handig eerst te weten hoe de verschillende onderdelen heten en eruit zien.
De complete draaibank zonder aandrijving en accessoires .
Het bed.
Het bed is de basis van iedere goede draaibank. Bedden van draaibanken bestaan er in veel variaties en vormen. Bij de Bergeon 50 draaibank wordt er gebruik gemaakt van geslepen gietijzer in een eenvoudige hoekige vorm met een T -sleuf waarmee de vaste kop en de losse kop kunnen worden vastgezet en een schroef waarmee het support wordt vastgezet.
Veelal worden door uurwerkmakers draaibanken gebruikt met een rond bed dat één geslepen vlakke kant heeft. Grotere draaibanken hebben vaak een prismavormig bed, maar andere variaties zijn ook mogelijk.
Het spreekt vanzelf dat dit onderdeel van de draaibank niet in contact mag komen met zagen, hamers, vijlen, enzovoort.
Onderhoud van het bed en van andere delen kan door schoonmaken met een droge borstel en af en toe met olie insmeren tegen roestvorming.
De vaste kop.
Met ‘vast’ wordt bedoeld dat hij normaal gesproken niet van het bed wordt losgenomen.
Bij grotere draaibanken is dat soms praktisch onmogelijk zonder de hele machine uit elkaar te halen. Deze vaste kop zit slechts met een T -stuk en een inbusbout vast op het bed.
Door de vaste kop loopt een holle as waarmee spantangen en andere zaken kunnen worden vastgezet. De as is spelingsvrij nastelbaar door twee conische glijlagers (brons/staal). Deze lagers moeten af en toe gesmeerd worden door de olievulnippels aan de bovenzijde van de draaipunten van olie te voorzien.
De as wordt voortbewogen door een poelie met drie verschillende diameters waarmee de draaisnelheid enigszins kan worden ingesteld. In de grootste van de poelie zit aan de zijkant een ring met zestig gaten waarmee de as dus kan worden gefixeerd per 6° hoekverdraaiing.
Als de vaste kop tijdens draaien erg warm wordt, kan het zijn dat de lagers drooglopen en olie nodig hebben of dat de instelring voor het nastellen van de speling te strak zit. Hierdoor ontstaat bovenmatige wrijving op het rechter lager en de instelring. De hier afgebeelde vaste kop is een rechtshandig model. Linkshandige draaibanken komen zelden of nooit voor.
De losse kop.
De losse kop wordt doorgaans gebruikt als tegencenter bij langere werkstukken of bij draaien tussen de centers. Met de hendel aan de achterzijde kan de losse kop worden los- en vastgezet.
De boorhouder.
Tijdens boren in werkstukken in de draaibank wordt de boor stilgehouden in een boorhouder en draait het werkstuk om de boor heen. Om dit eenvoudig te doen, bestaat er een losse kop met een spantanghouder en aandrukhefboom. Dit geheel vormt de boorhouder.
De Leunspaanhouder.
Met behulp van de leunspaanhouder kan met een handdraaibeitel op een draaibank worden gedraaid. De leunspaanhouder is dus een support (ondersteuning) voor handdraaibeitels.
De hoogte en hoek van de leunspaan zijn instelbaar om in de juiste houding en onder de juiste hoek te kunnen werken. De gehele leunspaan is wegklapbaar om het werkstuk vrij te maken, zodat er bijvoorbeeld gemeten kan worden of het werkstuk kan worden uitgespannen. Het werken met de leunspaanhouder en de handdraaibeitel gaat snel; er zijn weinig instellingen nodig om gelijk te kunnen draaien. Draaien met gevoel voor het materiaal is mogelijk doordat de snijhoek en voeding (snijdiepte) makkelijk en snel kunnen worden gewijzigd. De leunspaanhouder kan na verloop van tijd door gebruik wat ruw van oppervlak worden, en kan dan met een zoetvijl worden gevlakt.
Het kruissupport.
Het kruissupport is een kruistafel voor op de draaibank met een beitelhouder. Hiermee kan met een machinebeitel materiaal onder een X- en Y -as worden afgenomen. De hoek van de X-as is verstelbaar zodat ook conische assen kunnen worden gedraaid.
De krukwielen (op de X- en Y-as) verplaatsen bij één omwenteling de as één millimeter. Dit kan bij andere draaibanken minder of meer zijn, afhankelijk van de spoed van het gebruikte schroefdraad op de as. Op de schijf van de krukwielen staat een nonius (verdeling) waarmee op de 1/50 mm nauwkeurig kan worden afgelezen. De krukwielen moeten gelijkmatig worden gedraaid tijdens het verspanen, omdat de speling op het glijdende bed van het kruissupport anders wordt overgebracht op het werkstuk. De speling op de X-en Y-as is met behulp van inbusboutjes aan de zij- en de achterkant nastelbaar.
De vrije slag op de krukwielen komt door de (altijd aanwezige) speling tussen het draadeind en de moer van de X-as en de Y-as. Dit betekent dat er slechts in één richting precies kan worden gedraaid met de nonius op de krukwielen.
De beitelhouder kan bij het afgebeelde kruissupport in hoogte worden versteld door de instelring onder de beitel. De hoogte van de beitel is afhankelijk van het snijvlak van de beitel.
De freesinrichting.
Met de freesinrichting kunnen verschillende zaken gemaakt worden, o.a. raderen. De freesinrichting kan in de T-sleuven van het kruissupport worden bevestigd en biedt de mogelijkheid om een draaiende frees langs de Z-as te verstellen. De frees word bevestigd in een spantanghouder, die ook nog onder een afwijkende hoek kan worden ingesteld. Met de freesinrichting is nog meer mogelijk dan alleen frezen, men kan excentrisch boren voor bijvoorbeeld lantaarnrondsels, zagen en verschillende oppervlaktebehandelingen uitvoeren met schuur- of polijstschijven, waarbij het werkstuk tegengesteld draait aan de schuur- of polijstschijf. De hoogte-instelling is tot op de 1/50 af te stellen en de speling is evenals bij het kruissupport nastelbaar met inbusschroeven.
Toebehoren.
De spantang.
De spantang is de meest gebruikte en beste manier om een werkstuk vast te zetten. Gebruik een zo goed mogelijk passende spantang. Draai vooral de uitwendig spantang niet te hard aan daar deze kunnen afbreken.
De spantanghouder.
Dit is een stalen buisje dat aan een kant schroefdraad heeft waarin een spantang kan worden vastgeschroefd. Met de knop aan linkerzijden kan de spantanghouder worden vast- en opengedraaid.
De boorkop.
Deze past ook in de spantanghouder, evenals in de losse boorkop en kan boren tot 4 mm diameter vasthouden. Met het kroonwiel en een sleutel wordt de boor vastgezet.
De drieklauw.
De hier afgebeelde drieklauw is een zelfcentrerende drieklauw, d.w.z. dat alle drie de klauwen tegelijk met een draaibeweging van de gekartelde schijf worden gesloten of geopend. Er zijn ook drieklauwen die drie onafhankelijk van elkaar bewegende klauwen heeft waarmee bijvoorbeeld excentrisch kan worden gedraaid.
De zesklauw.
De hier afgebeelde zesklauw is een handige variatie van verschillende mogelijkheden op dit gebied.
De planschijf.
De planschijf is een handig stuk inspangereedschap waarbij men platte werkstukken kan centreren op een gat of ieder ander willekeurig deel van het werkstuk. Het bestaat uit een drietal parallele klemmen, bevestigd op een schijf en een centreerstift voor het geval u op een gat wilt centreren. De planschijf wordt door uurwerkmakers vooral gebruikt om uitsparingen voor raderen te draaien in kloven en zakhorloges.
De lakschijf.
Op de foto een assortiment lakschijven in verschillende diameters. De lakschijven zijn van messing en kunnen in een bijbehorende spantang worden geschroefd. Door de lakschijven met een spiritusbrander te verwarmen, kan men met behulp van schellak geheel platte voorwerpen vastmaken die daarna kunnen worden afgedraaid of bewerkt. De werkstukken die voor de planschijf te klein of onhandelbaar zijn, kunnen met de lakschijf nog wel worden opgespannen.
De komtang.
Komtangen zijn handig in het geval men raderen van (zak) horloges op de tanden wil inspannen. Dit kan door de hoge precisie die de tangen hebben in vergelijking tot een zes- of drieklauw.
Achtschroefshouder voor assen met grote diameters.
Met deze werkstukhouder kan men zowel centrisch als excentrisch werkstukken (assen) inspannen en draaien.
Frees en radhouder.
Deze houders worden vooral gebruikt om raderen en frezen in te spannen. Zorg voor een goed passende houder en maak er desnoods een zelf die dan in een gewone spantang kan worden ingespannen.
Opspanner voor hout.
Met deze aangepaste spantang kan men houten voorwerpen vastzetten en draaien. Er zijn diverse alternatieve vormen in de handel, variërend van vorm en maat.
Verdeelschijf.
De verdeelschijf kan op de hoofdas van de vaste kop worden vastgezet en kan worden gebruikt om een nauwkeurige verdeling tot stand te brengen om bijvoorbeeld raderen te frezen. Met deze schijf kunnen de meest gebruikelijke tandtallen voor uurwerken worden vervaardigd. De schijf wordt gefixeerd met een pen die is bevestigd aan de vaste kop.
Achterop de snaarpully op de vaste kop is ook een eenvoudige verdeelschijf aangebracht. Deze heeft een verdeling met 60 gaatjes.
Met de verdeelschijf zijn nog vele andere onderverdelingen mogelijk.